De relatie tussen landbouw en buitenleven in het Amstellands Arcadië (1640-1840)
De algemeen heersende mening was dat de buitens voortkwamen uit een herenkamer op een boerderij. Landschapshistoricus Gerrit van Oosterom heeft promotieonderzoek gedaan naar ruim 160 buitenplaatsen uit het Amstelland, hun eigenaren, pachtboeren en landbezit. Uit het onderzoek blijkt dat het bestaande beeld te beperkt is. Van Oosterom heeft onderzocht wat er met de boerderij gebeurde na de bouw van een buiten. De boerderijen lagen in het gebied langs de Amstel, Holendrecht, Gein en Angstel. Rijke Amsterdamse burgers kochten boerderijen in dit gebied en verpachtten deze aan boeren. In de loop van de zeventiende eeuw lieten dezelfde Amsterdamse burgers buitenplaatsen bouwen in dit gebied en combineerden het met een boerderij. Eén eigenaar bezat dan een buiten met park, de moestuin en de bijgebouwen, en een agrarisch deel, dat in het algemeen werd verpacht aan een boer.
Volgens van Oosterom waren er drie mogelijke motieven om de combinatie van buiten en boerderij te combineren:
- Een cultureel motief, een arcadisch ideaalbeeld van profijt en plezier,
- Een economisch motief, financieel voordeel,
- Een strategisch, ruimtelijk motief, invloed op de omgeving van het buiten.
Door bestudering van kasboeken en tientallen pachtcontracten is de conclusie dat ruimtelijk belang doorslaggevend was voor de eigenaar.
Eigendom was de enige zekerheid om te voorkomen dat in de naaste omgeving andereongewenste gebouwen verrezen.
In het boek komen ook fascinerende aspecten als de ruimtelijke inpassing van de boerderij, de sociale verhoudingen en de rol van vee aan de orde.
Auteur: Peter de Jong – ISBN 978 949 257 615 6
Het boek bevat 576 pagina’s en is voor € 39,95 bij uitgeverij Picture Publishers verschenen.