Excursie 9 november naar Oostkapelle en Domburg

Deze keer een excursie laat in het jaar en naar Zeeland. Niet tot onze spijt, want het was prima weer, Sneeuw en ijs was in de verste verte niet te bekennen, maar zon en relatief hoge temperaturen was ons geluk. Dus op naar Walcheren, op zoek naar de in 1842 gestichte buitenplaats Ipenoord. Het is een herenhuis gebouwd in Italiaanse stijl en is gelegen in een Engelse landschapstuin. Natuurlijk werd het oorspronkelijk als “Buiten” gebruikt, maar het heeft in crisis tijd ook gediend als opvanglocatie van diverse groepen mensen, o.a. Belgische vluchtelingen (1914-’18), schoolkinderen uit Oostkapelle (1942-’44), evacués na de inundatie van het eiland (1944-’45) en verstandelijk gehandicapten (1954-‘89). Sinds 1993 is het in gebruik als hotel-restaurant en de huidige eigenaren, Jan en Annemiek van de Velde, geven er ook workshops, trainingen e.d..

Het buiten, nu “Green White” genoemd, ligt naast de doorgaande weg naar Domburg, in de tuin, die een eigen waterreguleringssysteem kent. We werden verwelkomt door het echtpaar, met de koffie en natuurlijk de Bolus, in de waranda die het huis aan twee zijden heeft. De begroeting van de deelnemers onderling was weer allerhartelijks en na enige tijd bevolkten we een zaal waar we een uiteenzetting over het huis en de tuinen kregen.

Hierna de jas aan en met Jan mee de bontgekleurde tuin in. Hij voerde ons langs de vakantiewoningen en over de wankele houten brug, langs het tot huis omgebouwde koetshuis weer naar de waranda voor nog een Zeeuws bakkie. Onze voorzitter bedankte Jan van der Velde voor zijn gastvrijheid en na een hartelijk afscheid zochten we onze voertuigen weer op om naar elders te vertrekken.
De Hooge Vreye Heerlykheid Duinbeek, zag ons tegemoet. De geschiedenis begint voor 1350, toen stond hier een weerbaar kasteel, in bezit van Wolfert III van Borssele, die het hele eiland behelsde waarop nu het buitenhuis staat. Het middeleeuwse kasteel werd in 1572 door de Geuzen verwoest. Mogelijk liet Willem Boreel, die in 1637 de heerlijkheid had verworven, rond 1650 het tegenwoordige huis bouwen. In 1715 kocht Abraham Duvelaer het en liet het verbouwen tot een fraai neoclassicistische huis met middenrisaliet en achtkantige belvedèretoren. In 1857 voegde J.G. Sprenger de huidige ingangspartij, ramen en mansardedak toe. Op het voorterrein staan aan weerszijden van de oprijlaan twee L-vormige bouwhuizen in gele baksteen, die begin 18de eeuw zijn opgetrokken in opdracht van Abraham Duvelaer. Aan de linkerzijde staat de tuinmanswoning met bakkeet, rechts het koetshuis met koetsierswoning. De kern van het park wordt gevormd door de rechthoekige omgrachting rondom het huis, dat op een klein eiland staat.

We verzamelden ons voor het huis tussen de bijgebouwen en werden bijgepraat door de huidige eigenaar. Voor we het huis mochten betreden, vond eerst een soort kousendans plaats. De eigenaar had ons – zeer begrijpelijk – verzocht om een soort kousen/overschoenen aan te doen om zijn prachtige houten vloeren niet te beschadigen. Hierop ontstond een hilarisch gevogel om deze over onze schoenen te krijgen. Maar ja, hierna kregen wij het interieur, uitgebreid voorgeschoteld. Via de tweede verdieping konden we via houten trappen tot in het puntje van de toren om de, latere Engelse tuin te kunnen aanschouwen. Uniek! Helaas was de zee niet meer te zien, de bomen in het Mantelbos zijn te hoog. Ook de kelder, nu ingericht als logeerappartement, was een leuke bijkomstigheid. De bewoner van de tuinmanswoning, de vorige eigenaar van het huis, nodigde ons uit om even bij hem te komen gluren. Daar ook weer wat historische elementen gezien. Na weer een wijntje en een boek te hebben vergeven, met veel dank, weer een stukje rijden naar kasteel Westhove.
Het kasteel werd al in 1277 vermeld, het was eigendom van de Abdij van Middelburg. In 1401 was het een erfleen van Graaf Willem VI. In 1559 werd Middelburg bisschopsstad en werd het kasteel woonhuis van de bisschop.

Na een tweede aanval op Middelburg, 1572 onder de Geus Bernard Nicolaas, werd het kasteel in brand gestoken. Van het kasteel zijn de rechtertoren, later verhoogd en de linkertoren, nog het meest origineel. Het kasteel zelf en de bijgebouwen zijn aan de buiten zijde historiserend. Aangezien het middaguur al verstreken was, begonnen we met de lunch. Deze was weer prima en de soep, kroket e.d. verdwenen, in de gezellig sfeer achter onze kiezen.
Inmiddels waren twee heren druk doende met een scherm en beamer. De heer Willemstein, boswachter van het mantelingbos, bracht ons de bijzonderheden van het kasteel bij. De groep werd in twee verdeeld en mede door de heer Roose, werden we door de mooie plekjes geleid. De boswachters/jachtkamer, de toren kelder, via de zolder naar de beide kasteeltorens, achter de kantelen naar de omgeving en de gebouwen loeren. Dit was bijzonder want normaal kom je daar niet.
In de toren waren nog namen geschreven van mensen die hier hadden geschuild, tijdens de oorlog en overstromingen. Mooie balkenconstructies, metselwerk. Het was wel kruipdoor, sluipdoor, maar wel de moeite waard. Hierna verzamelden wij ons op de buitenhof en wandelden naar de door Jacoba van den Brandde, rond 1770 gebouwde orangerie annex koetshuis, waarin tegenwoordig het landschaps-tuinen museum ’Terra Maris’ is gevestigd.

Hier doorheen lopend, kom je achter het gebouw en het kasteel in de diverse tuinen en waar het gereconstrueerde motte kasteel staat. Fantastisch die houtconstructies. Na weer geklauter over houten trappen tot bovenin, en heelhuids eruit, naar het museum om bij te komen met een drankje. Daarna onder leiding van onze boswachters, langs de vijver naar de Romeinse brug. Je had van hieruit een mooi zicht op het kasteel, spiegelend in het water.
De z.g. Romeinse brug moet nog wat brokken steen uit die tijd hebben. Het is hol gebouwd en er zijn vlak boven de waterlijn gaatjes voor vleermuizen gemaakt. Weer dichter bij het kasteel gekomen, staat een boom met rare knopjes.

Dit ontstond in de Duitse tijd, daar waren radiodraden bevestigd en door het groeien knopjes gevormd. Leuk om te weten. Nu weer bij het kasteel aangekomen, was de eindborrel daar. De boswachters werden bedankt en verwend met boeken en wijn en wij konden nog even van gedachten wisselen. Tijdens zijn afscheidsverhaal melde Victor nog dat deze excursie twee nieuwe bestuursleden had opgeleverd.

Prima toch! Dit hoogtepunt uit onze excursie reeks, is weer ten einde. Veel dank voor diegenen, die zich hier voor hebben ingezet en tot de volgende weer

 

Bekijk hier het fotoboek

Hans Brandhorst